Skip to content

Uitgelaten Jonge Honden in de ring met bedaagde Tieners…

Uitgelaten Jonge Honden in de ring met bedaagde Tieners…

Objectiviteit bestaat niet, dat weten we natuurlijk allang. Ieder kijkt door de eigen ogen en geen mens is intelligent genoeg om echt door andermans ogen te kijken. Onder leiding van wetenschappelijk onderzoekster Cato Janssen (VU Organisational Sciences) kruisten wij onlangs de degens met Jonge Honden, een organisatieadviesbureau met uitsluitend jonge professionals. Rode draad was de (hernieuwde) constatering dat de generatie waartoe wij behoren een van de meest bepalende factoren voor ons perspectief is, niet alleen in het dagelijks leven maar zeker ook bij het uitoefenen van ons vak. De Jonge Honden behoren zonder uitzondering tot Generatie Y (1986-2000) en de meeste ‘Tieners’ tot generatie X (1956-1970). Voor de volledigheid: daartussen zitten de Pragmaten (1971-1985) en op dit moment betreedt generatie Z (2001-2015) de arbeidsmarkt. Daarna houdt het kennelijk op.

De Babyboomers (1941-1955), onze voorgangers, zijn inmiddels zo goed als uit het arbeidsproces verdwenen. Maar wat hebben zij ons opgezadeld met hun nalatenschap! Kennelijk was men er collectief van overtuigd dat de naoorlogse wederopbouw alleen zou slagen bij een strakke hiërarchie in alle geledingen van de maatschappij, zeker ook in werkorganisaties. Wij van generatie X hebben daarvan al ons gehele werkzame leven last. Opgegroeid met de vanzelfsprekendheid van autoriteit en met gebrek aan vanzelfsprekendheid van het vinden van je baan voor het leven, gingen we daar massaal in mee. Door het inmiddels sterk toenemende opleidingsniveau kwam het systeem steeds meer onder spanning te staan. Ook omdat de volgende generatie, de Pragmaten, vooral oog hadden voor succes, groei, resultaat, carrière maken, duurde het tot de toetreding van Generatie Y tot het arbeidsproces voordat het soms contraproductieve juk van strakke hiërarchie ter discussie kwam. Generatie Y, ook wel Millennials genoemd, groeide op in tijden van individualisering en digitalisering. Beide ontwikkelingen stimuleerden de behoefte aan zelfontplooiing, die tot uiting kwam in de behoefte aan werkplezier, impact en persoonlijke ontwikkeling. De vanzelfsprekendheid van hiërarchie, uitgestippelde loopbanen en het daarvoor benodigde engelengeduld kwam stevig onder druk te staan. Waar onze generatie, Generatie X (en de Pragmaten), kansen hadden laten liggen, pakte Generatie Y deze wel. Deze generatie, in de gedaante van Jonge Honden, hield ons dus deze spiegel even voor.

Het zijn met name de structuren van de Babyboomers – en natuurlijk ook van de generaties voor hen – die ons soms beperken in het vinden van de juiste weg om organisaties beter te maken. Waarom willen wij jonge professionals niet alleen boeien maar ook binden, als wij weten dat zij helemaal niet gebonden willen worden? Waarom vinden we het nog steeds normaal dat leidinggevenden een hoger salaris krijgen dan de professionals die de klus moeten klaren? Waarom moeten jonge professionals eerst bewijzen dat ze wat kunnen, terwijl ouderen makkelijk worden geloofd vanwege hun vermeende ervaring? Waarom willen veel werkgevers dat hun medewerkers toch weer op kantoor werken, terwijl jonge professionals heel goed in staat zijn gebleken om daarin zelf goede keuzes te maken? En waarom denken sommige senioren nog steeds dat jonge professionals vooral met zichzelf bezig zijn, terwijl hun drijfveer juist is impact te willen hebben op de organisatie waar zij op dat moment voor werken? En zo kan ik nog wel even doorgaan met het fronsen van wenkbrauwen. En dan moet Generatie Z nog komen, een generatie die is opgegroeid tijdens meerdere crises en daarom de wereld, en dus ook de wereld van het werken, vanuit een zeer kritisch perspectief benadert. Werkgevers en leidinggevenden die zijn blijven hangen in het denken van de Babyboomers mogen hun borst nat maken: de steeds schaarser wordende jonge professionals zullen aan hun deur voorbijgaan. Dankzij deze bijzondere gedachtewisseling zijn we ons dat als organisatieprofessionals uit de Generatie X nog meer bewust geworden. De kunst is nu om dat inzicht nog beter in ons dagelijks handelen te incorporeren.

Maar dat is niet de enige afdronk van het gesprek met prominente vertegenwoordigers van Generatie Y, en zelfs niet eens de belangrijkste. Ik weet niet wat zij van ons vonden – hoewel deze generatie – gelukkig – niet uitblinkt in diplomatiek gedrag – maar wij vonden het een feestje om hun talent, onbevangenheid, zelfbewustzijn en oprechte belangstelling van zo dichtbij te mogen ervaren. Dus mocht je organisatie behoefte hebben aan een jong team dat handen en voeten geeft aan het beginsel ‘werken aan de toekomst doe je niet met een organisatie van gisteren’ kijk dan op www.jongehonden.com

Delen!

Facebook
Twitter
LinkedIn
Email