Na drie jaar kon het eindelijk weer: een kerstdiner met collega’s en hun levenspartners. Het was zo’n groot feest om bij weer elkaar te mogen zijn, dat we de matige akoestiek maar op de koop toe hebben genomen, evenals de vroegtijdige opruimdrang van het bedienend personeel. Maar: volstrekt onbelangrijk. Wat wij ons meer dan bewust zijn is dat echt samenwerken betekent: samen lijden als het nodig is en samen vieren als het mogelijk is. En dat is geen keuzemenu, maar het is onverbrekelijk met elkaar verbonden. Want wat is een mooi feest met collega’s waard als je collega’s geen oog en oor hebben voor je persoonlijke tegenslagen en teleurstellingen, zakelijk, maar zeker ook persoonlijk. Want er gaat bijvoorbeeld geen jaar voorbij of enkele van ons moeten afscheid nemen van een vader of moeder of een andere dierbare; velen van ons behoren nu eenmaal tot de sandwichgeneratie: verdelen van aandacht en zorg tussen volwassen wordende kinderen en ouder wordende ouders.
Nu ik dat zo opschrijf bedenk ik mij dat het eigenlijk best vreemd is dat gebeurtenissen in ons eigen leven, en dat van mensen die dichtbij ons staan, zo veel meer invloed hebben op onze mentale gesteldheid dan de grote gebeurtenissen en ontwikkelingen in de wereld. Soms vraag ik mij af waarom ik plezier kan hebben, terwijl de wereld 100 miljoen vluchtelingen telt, er vlakbij een mensonterende oorlog woedt en dat wij als rijk land niet in staat zijn om vluchtelingen goed op te vangen. Kennelijk werkt dat zo bij ons mensen: hoe abstracter, hoe minder gevoelig we er voor zijn. Dat maakt het oplossen van grote problemen ook zo verschrikkelijk moeilijk. Misschien is dat ook wel het motief geweest om onderdak te bieden aan een Oekraïense moeder en haar kind. Daarmee komt oorlog als het ware de huiskamer binnen, want van elke raket die op hun woonplaats valt wordt verslag gedaan. En het recente bericht dat de vader van het kind een oproep had ontvangen om zich bij het leger te melden, leidde tot een heftige paniekaanval. Maar toch is er niet alleen maar zorgelijke treurnis. De moeder gaat naar haar werk, het kind gaan naar school, er wordt gelachen, er worden plannen gemaakt voor de kerstvakantie, er wordt genoten van vriendschappen, samen eten en drinken. Het getuigt van bewonderenswaardige veerkracht en overlevingsdrang, een beetje dit gevoel: alle ellende is het einde niet; de tunnel is lang, maar er is altijd licht te zien. Kennelijk steken wij als mensen zo toch in elkaar: om te (over)leven kunnen we niet alle narigheid voortdurend op onze schouders nemen, zelfs niet als het zo dichtbij komt als bij onze huisgenoten.
Misschien schuilt in deze constatering de kerstboodschap aan allen die de moeite nemen om dit blogje te lezen. Kerst is het feest van het licht, en als je goed kijkt is dat licht er altijd. Na 3 jaar Corona-ellende mogen we weer feesten. Bijna niemand twijfelt meer aan de veroorzaker van klimaatverandering, het begin van elke oplossing. Zelfs de conferentie over het herstel van de biodiversiteit heeft, tegen alle verwachting in, resultaat opgeleverd. Onze westerse democratie krijgt dreun na dreun, maar toch nemen de beschermers ervan steeds opnieuw hun verantwoordelijkheid. En nu ik onlangs grootvader geworden ben, merk ik dat mijn angst voor wat hem de komende 100 jaar te wachten staat plaats heeft gemaakt voor hoop en vertrouwen dat alle ellende het einde niet is.
Wij wensen u een goede kersttijd en een betekenisvol 2023!