‘In het vervolg maken wij alle ambtelijke documenten die leiden tot een kabinetsbesluit openbaar’. Dat is een van de in het oog springende maatregelen van het kabinet naar aanleiding van de toeslagenaffaire. Nu is het al wel heel lang geleden dat ik in departementale dienst was, maar meteen na deze afkondiging bekropen mij tal van vragen: welk deel van de gigantische documentenstroom bij het Rijk leidt tot een kabinetsbesluit (anders dan een ministerieel of ambtelijk besluit), is op voorhand duidelijk dat een document later in het proces die status zal krijgen, wie bepaalt deze kwalificatie en op grond van welke criteria, in welke fase van beleidsvorming worden de documenten vrijgegeven? Maar ook: hoe beïnvloedt zo’n eenvoudig klinkende maatregel het gedrag van bewindspersonen en ambtenaren: worden ambtenaren huiverig om hun opvattingen aan papier toe te vertrouwen, ‘verdwijnt’ er strak nog meer in de ongrijpbare mondelinge gedachtewisseling waardoor de beloofde transparantie nog verder onder druk komt, vinden professionals in de publieke dienst hun werk nog wel interessant genoeg als rond elk epistel een discussie over openbaarmaking moet worden gevoerd en daarmee hun professionele autonomie (verder) in het gedrang komt, en leidt dat uiteindelijk niet tot een ongewenste braindrain? En zo kan ik nog wel even doorgaan.
Wat ik schets is in essentie niet veel anders dan de reden waarom er steeds opnieuw rampen als de toeslagenaffaire zullen plaatsvinden: vanuit parlement en regering worden simpel lijkende doelen gesteld en verwachtingen gewekt die het ambtelijk apparaat – beleidsmakers en -uitvoerders – maar ‘even moeten regelen’. Als dienaren van de publieke zaak worden zij niet geacht hun bezwaren te benoemen, laat staan daar de strijd voor aan te gaan en zijn daarmee geen partij voor het door de media-aandacht opgestookte parlement. En zo wordt bij het afwikkelen van de ene parlementaire enquête de kiem gelegd voor de volgende, een jaartje of acht later.
Voor alle duidelijkheid: oplossingen hiervoor heb ik ook niet bij de hand. En ’s landsbestuur voorziet al in ‘checks and balances’ (Eerste Kamer, Raad van State, Ombudsman) waarbij ook aandacht is voor de uitvoerbaarheid van beleid en wetten. Maar kennelijk is dat niet voldoende om problemen als de toeslagenaffaire te voorkomen. Ik ben benieuwd hoe de lezer die tot hier is gekomen tegen dit dilemma aankijkt. Daarom deze uitnodiging: ga naar de homepage en reageer op de poll. Wordt vervolgd…